De stamboom van Mureau
 

Memories van Successie     Bevolkingsregisters     Notarisaktes     Militie Registers     Vonnissen

Josephus Mureau (1876-1914)

Ouders: Jacobus Mureau en Adriana van der Made
Broers en zussen: Cornelis   Josephus   Maria   Cornelia   Johannes   Johanna   Petrus

Josephus (Joseph) Mureau (code J1.2) is de zoon van Jacobus Mureau en Adriana van der Made. Hij wordt geboren in Oosterhout op 27 november 1876 in een gezin van 7 kinderen en groeit op in Oosterhout en Terheijden. Zijn vader overlijdt in 1886, als Joseph 9 jaar oud is. Zijn moeder overlijdt in 1908 als hij 31 is.
Bevolkingsregisters
Terheijden 1890-00
Oosterhout 1890-00
Geertruidenberg 1890-00
Oosterhout 1900-20

Hij verhuist in juni 1893, op 17-jarige leeftijd, naar Wagenberg, waar hij dienstknecht wordt. In november 1895 verhuist hij weer terug naar Oosterhout, vervolgens gaat hij in november 1896 naar Geertruidenberg, om in december 1899 weer terug te keren naar Oosterhout. Daarna komt hij terecht in Den Bosch en Vught, wat te maken heeft met zijn psychische gesteldheid (zie hieronder).


Hoeft niet in Miliaire Dienst

Joseph hoeft niet in Militaire Dienst. Hij wordt in 1896 gekeurd, maar wordt vrijgesteld wegens een te kleine gestalte (beneden maat). Een lengte van 1m53 was ook voor die tijd aan de kleine kant.

Volgens zijn profiel had hij bruine ogen, rossig haar en een spitse neus. Ook in de beschrijving hieronder staat iets over wegens gemis maat.

(zie volledige Aktes) militaire dienst.

 

Justitie, epileptische aanvallen en officieel krankzinnig verklaard

Joseph komt regelmatig in de problemen. Hij belandt uiteindelijk in een psychiatrische instelling, waar hij zal overlijden. Hij komt in de jaren 1895, 1898 en 1900, in aanraking met justitie voor delicten die varieren van stroperij (vrij gebruikelijk in die omgeving), maar ook mishandeling. De laatste keer, in 1900, is het ernstig, hij heeft iemand met een mes gestoken. Het kost hem 8 maanden gevangenisstraf!! Zijn misdrijf wordt in het procesverbaal uitgebreid beschreven. Later zal blijken dat hij al vanaf zijn jeugd last heeft gehad van epileptische aanvallen die gepaard gaan met driftaanvallen. Het procesverbaal leest als een (tragische) roman.

Het is voor de gevangenisdokters duidelijk dat hij gedragsproblemen heeft. Ze sturen hem vrijwel meteen naar het Rijkskrankzinnigengesticht in Medemblik.

In zijn patientendossier wordt zijn toestand in alle detail beschreven. Hij is kennelijk niet meer te corrigeren want hij belandt twee jaar na zijn vrijlating in 1902 op 26-jarige leeftijd weer in een gesticht, ditmaal in het tehuis Voorburg in Vught. In het Bevolkingsregister van Oosterhout (1900-1920) is te zien dat hij in november 1900 eerst vanuit (de gevangenis van) Den Bosch naar Oosterhout verhuist, om vervolgens in maart 1902 voor het eerst naar Vught te gaan. In december van dat jaar komt hij weer terug naar Oosterhout, waarna hij twee weken later, in januari 1903, defintief in Vught belandt, in het Krankzinnigengesticht Voorburg.
In mei 1908 wordt hij wegens "krankzinnigheid" onder curatele gesteld, zoals te lezen is in het bericht uit de Staatscourant (Delpher). Dat gebeurt enkele maanden nadat zijn moeder overlijdt (januari 1908).

Hij is uiteindelijk in 1914 in dat tehuis op slechts 37-jarige leeftijd overleden. Het overlijden wordt ook nog aangegeven in Oosterhout, en het is te vinden in de Bevolkings Registers van Vught 1891-1909 voor het tehuis (Inv. Gestichtsregister Voorburg, archiefnummer 5060, inventarisnummer 999.47, blad 103)

Voor een historisch overzicht van het gesticht, zie ook :
Voorburg, Vught en Psychiatrische Intrichting Voorburg