Bevolkingsregisters Memories van Successie
Zij hebben in 1852 het onroerend goed dat hoort bij Varend 27 (huis, erf, bouwland) van hun moeder gekocht en een hypotheek daarop afgesloten. Dat stelt ons in staat hun leven een beetje volgen, niet alleen via bevolkingsregisters maar ook via de verschillende aan- en verkoopaktes, hypothecaire leningen en testamenten die ze gedurende hun leven hebben opgesteld en afgesloten. Catharina heeft zelfs in totaal drie keer een testament opgesteld, vanwege die hypotheek en het onroerend goed bezit. Omdat ze, zoals gebruikelijk in die tijd, in gemeenschap van goederen is getrouwd met Johannes wordt hij mede-eigenaar.
Uiteindelijk laten ze niet veel na. Als Johannes in 1882 overlijdt, laat hij zijn deel van het onroerend goed en hypotheek nog na aan zijn vrouw, Het lijkt erop dat de hypotheek is ingelost in 1884, waarschijnlijk door alles te verkopen. Daar is geen hard bewijs van gevonden. Als in 1894 de nalatenschap van Catharina wordt vastgesteld is er in ieder geval geen sprake meer van onroerend goed of hypotheek.
Johannes werd in 1825 aangemeld voor militaire dienst, maar heeft geen dienst gedaan. In die periode moesten jongeren 5 jaar dienst doen, tussen hun 18e en 23e jaar. Je hoefde niet in dienst als je uitgeloot werd, als je te klein was, of vanwege broederdienst. Volgens de beschrijving was Johannes ongeveer 1m 60 lang, had hij blauwe ogen en donkerbruin haar. Hij was "aan het regteroog scheel"! Hij is waarschijnlijk vrijgesteld wegens broederdienst (staat nergens vermeld).
1850-1859 blz 34 |
1850-1859 blz 139 |
1850-1859 blz 159 |
1860-1879 blz 38 |
1880-1889 blz 26 |
1890-1899 blz 27 |
1890-1899 blz 284 |
1890-1899 blz 290 |
Huijberdina Elissen is al vanaf 1818 eigenaar van het huis, erf, moestuin en een stuk grond op het adres Varend 27. De percelen worden gedetailleerd beschreven in het kadaster 1811-1832 (Sectie F, percelen 273, 274 en 275, alles bij elkaar een hectare), waaruit we kunnen afleiden waar het gelegen heeft. Huiberdina neemt in 1835, vrijwel meteen na de dood van haar man, een hypotheek op het onroerend goed en leent 200 gulden. Ze had waarschijnlijk geld nodig, om voor haar 7 kinderen te kunnen zorgen.
In de loop van de volgende jaren trouwen twee zonen en een dochter. Vier (ongetrouwde) zusters van Donk blijven over in het ouderlijk huis. Dat zijn Anna (41), Bernardina (37), Adriana (32) en Catharina (26), die in 1852 een grote beslissing nemen en, zeven jaar voor het overlijden van hun moeder, het onroerend goed (huis, erf en grond) voor 800 gulden van haar overkopen (zie koopakte). Broers Bartholomeus, Antonie en zuster Willemijna zijn hier niet bij betrokken, waarschijnlijk omdat ze getrouwd zijn en elders wonen. De zusters garanderen in ieder geval zo hun woonplek. Moeder mag tot haar dood in het huis blijven wonen, zo staat nadrukkelijk in de koopakte. Ze hoeven tot het moment van overlijden ook nog niets te betalen.
Als moeder 25 maart 1859 overlijdt gebeuren er een aantal dingen. Allereerst laat Adriana (die inmiddels in 1856 was getrouwd) zich op 3 april uitkopen door de overige drie zusters. Op dezelfde dag sluiten Anna, Bernardina en Catharina een lening (hypotheek) af van 1100 Nederlandsche guldens bij de lokale bakker (!), Gerardus Taks, met het onroerend goed als onderpand (inmiddels in waarde gestegen van 800 naar 1100 gulden). Volgens de aankoopakte hoefden ze in 1852 nog niets te betalen. In die akte staat wel dat ze bij het overlijden van de moeder het onroerend goed moeten financieren met een hypotheek. Dat doen ze dus. Het gevolg van de hele aankoopaktie uit 1852 is dat de tegenwaarde van het onroerend goed nu dus niet verdeeld hoeft te worden over alle kinderen. De Memorie van Successie van de moeder, die de nalatenschap vaststelt (slecht leesbaar) rept niet van huis of grond. zegt alleen maar dat ze alles nalaat aan de kinderen (ze heeft dat huis en die grond niet meer in haar bezit, dat is dus eigenlijk 7 jaar van te voren aan de nalatenschap onttrokken).
Deze familie dacht goed na over financiele zaken, natuurlijk vanwege die hypotheek. De drie zussen maken meteen in 1859 hun (eerste) testament op, waarin staat dat ze alles aan elkaar nalaten. Maar wel met een mits: als er eentje trouwt moet deze bij overlijden van een ander 300 gulden aan de overblijvende zuster betalen!
1859 Catharina en zusters |
1870 Catharina en Johannes |
1879 Anna en Bernardina |
1884 Catharina |
Bernardina laat, zoals in het testament was vastgelegd, alles na aan Catharina en Johannes. Dit wordt in haar Memorie van Succcessie bevestigd. Uit die Memorie blijkt dat Catharina en Johannes in gemeenschap van goederen getrouwd waren. Alles komt zo dus op hun beider naam te staan zodat ze nu, in 1880, 2/3 van grond, huis, erf, moestuin en hypotheek (!) bezitten. In deze akte staat ook dat het onroerend goed wordt geschat op 1600 gulden (ze hebben het 28 jaar eerder voor 800 gulden gekocht! ).
Dat gaat niet door, want Catharina verandert haar testament in 1884, twee jaar na het overlijden van haar echtgenoot, waarin ze nu alles nalaat aan haar oudste zuster Anna ("die bij haar inwoont").
Het maakt niet uit omdat het er op lijkt dat in die periode de hypotheek al is afgelost. Deze verwijzing naar een roiement door Lambertus Taks is het enige dat we hebben (Vader Gerardus Taks is in 1878 overleden en heeft alles nagelaten aan zijn zoon Lambertus).
In de jaren 1880-1890 wonen de twee zussen nog steeds op Varend 27. Het huis en het land wordt uiteindelijk op 14 juni 1893 voor 2850 Gulden verkocht aan Petrus de Graaf (ooit gekocht in 1852 voor 800 Gulden!). Petrus sluit meteen op dezelfde datum een hypotheek af. In dezelfde periode verkoopt Catharina in oktober, vlak voor dat ze gaat verhuizen, samen met twee andere weduwen, ook nog wat roerend goed. (zie Regionaal Archief Tilburg)
1880-1889 blz 26 |
1890-1899 blz 27 |
1890-1899 blz 284 |
1890-1899 blz 290 |
Ze hebben daar niet lang gewoond. Anna overlijdt 3 maanden later al, in februari 1894, op 82-jarige leeftijd (ze was het oudste kind). Vier maanden daarna overlijdt Catharina in juni 1894 op 67-jarige leeftijd (zij was de jongste). Ook in de overlijdensaktes staat dat ze "op de Beek" woonden.
Wat er met het geld is gebeurd, is onduidelijk. In november hebben ze huis en grond verkocht voor 2850 gulden. De hypotheek is in 1884 al kwijtgescholden. Ze laten volgens de Memorie van Successie echter niet veel na. Anna laat ongeveer 260 gulden na aan Catharina, die zelf enkele maanden later maar 40 gulden contant geld nalaat aan de familie.
Vreemd.