Anthonia
Cornelis
Antonie
Jacobus
Simon
Maria
Simon Mureau (1850-1929), Vonnis 1871
Moedwillige mishandeling
Simon heeft, op 29 september 1875 in Made, gevochten met iemand. Worstelend op de grond. Gewoon op straat.
Twee marechaussees die "in surveillance" waren hebben het gezien en procesverbaal opgemaakt.
Uiteindelijk wordt het afgedaan met een boete van 8,- . De rechtszitting was op 9 october, uitspraak was op 25 october.
Het verweer van beide vechtersbazen was erg simpel:
Beklaagden beweren beide dat zij op den avond, bedoeld in het procesverbaal, zeer dronken zijn geweest
en zich weinig meer weten te herinneren wat er toen gebeurd is, ook niet of zij te zamen hebben gevochten.
|
Nr 306 der Rolle 1875
Simon Mureau
mishandeling
|
|
N. 306 der Rolle 1875.
Vonnis
In zake van den heer Officier, ambtshalve eischer en aanlegger, ingevolge exploit van den 9 october 1875 ter eenre
tegen
Simon Mureau, 25 jaar, schipper, geboren en wonende te Wagenberg / gemeente Terheijden
verweerder ter andere zijde
Gezien bij de Arrondissements-Regtbank, zitting houdende te Breda, Provincie Noordbrabant, vonnissende in Correctionnele zaken, de akte van
dagvaarding, aan den beklaagde geëxploiteerd, ten einde te worden te regt gesteld, wegens de feiten, in die akte uitgedrukt;
Gezien en voorlezing gedaan van het deswegens opgemaakt proces-verbaal
door den brigade- Commandant der K Marechaussee te Oosterhout d.d. 29 September 1875
Gezien de overige stukken van het proces;
Gehoord de getuigen in hunne verklaringen die den vereischten eed hebben afgelegd;
Gehoord den beklaagde in zijne gegevene antwoorden ter audientie dezer Regtbank;
Gehoord den Heer Officier in zijne voordragt der zaak en in zijne geschrevene en onderteekende Conclusien, aan deze Regtbank overgegeven, houdende, dat
het der Regthank moge behagen de beklaagde schuldig te verklaren aan moedwillige mishandeling geen ziekte of onbekwaamheid tot persoonlijke arbeid
veroorzaakt hebbende onder verzachtende omstandigheden
|
|
en mitsdien te veroordeelen
in eene geldboete van 8,- ten behoeve van den staat, bij wanbetaling binnen twee maanden na aanmaning te vervangen door 3 dagen gevangenisstraf,
en in de kosten van het geding — des noodig bij lijfsdwang te verhalen.
Gehoord den beklaagde in zijne verdediging.
De Regtbank, na dat ieder Regter zijn gevoelen, geuit heeft, achtervolgens de Wet:
Overwegende, dat
uit de verklaringen van twee getuigen ter terechtzitting onder eede gehoord van naar eisch van recht is gebleken,
dat die getuigen, marechaussees gestationeerd te Oosterhout, op den 25 September onder de gemeente Made en Drimmelen
in surveillance zijnde, aldaar op den openbare weg hebben aangetroffen de beklaagde Simon Mureau die met zekere Dingeman Aarts
op de grond te worstelen lag en hebben waargenomen, dat de beklaagde aan genoemde Aarts slagen of stooten toebracht en dat deze
daardoor eene lichte kneuzing dooor bloedstorting gevolgd had opgedaan dat dit deze kenelijk moedwillige mishandeling echter geen ziekte of onbekwaamheid
tot persoonlijk arbeid is ontstaan en dat het feit mitsdien valt onder het bereik van art 311 1e alinea Wetboek van Strafrecht;
doch dat de strafbaarheid bij gebreke van waardeerbaar nadeel door wederkeerige gewelddadigheden en door den jeugdige leeftijd van de
beklaagde wordt verkleind
|
|
Gezien 52 van het Wetboek van Strafregt en de artikelen 207 en 227 van dat van strafvordering.
.......
Verklaart de beklaagde schuldig aan : moedwillige mishandeling geen ziekte of onbekwaamheid tot persoonlijke arbeid veroorzaakt hebbende onder
verzachtende omstandigheden
.................
|
|
|
|
Proces Verbaal
van het voorgevallene ter openbare correctionnele teregtzitting der arrondissements Regtbank te Breda van Maandag den 18 octob 1871
alwaar tegenwoordig waren de Heeren: W. Loke president, Mr Mierlo & Jhr. Verhey Regters, Jhr Melort
substituut-Officier van Justitie; van Tienen Janse ? substituut- Griffier,
in zake
de Officier van Justitie, ambtshalve eischer„
tegen
1 Simon Mureau, 25, schipper, geboren en wonende onder Terheijden
2 Dingeman Aarts, 19 jaar, geboren te Terheijden, wonende onder Oosterhout
Het regtsgeding is op de teregtzitting in het openhaar gehouden geworden.
De deurwaarder roept de zaak uit.
De beklaagde en de getuige zijn aanwezig
De Officier van Justitie draagt de zaak voor.
De griffier geeft voortezing van het proces-verbaal den 29 September 1875, opgemaakt door de brigade Commandant der K. Marechaussee te Oosterhout
Hierop hebben de hierna genoemde getuigen, elk afzonderlijk, de een na den ander, hunne getuigenis algelegd, en hebben zij, alvorens hunne getuigenis
afteleggen, den eed gedaan van de geheele waarheid en niets dan de waarheid te zullen zeggen; — voorts hebben zij verklaard de beklaagde
noch in den bloede„ noch door aanhuwelijking te bestaan, ook dat zij tot de beklaagde niet in dienstbetrekking staan.
En hebben de getuigen hunne verklaringen daarna mondeling afgelegd,
De eerste getuige zegt te zijn genaamd Cornelis Meijers, oud 31 jaren, van beroep marechaussee, wonende te oosterhout
Get. verklaart overeenkomstig het mede door hem getekende procesverbaal.
|
|
de tweede getuige zegt te zijn genaamd Jannis Boogaard 23 jaar, marechaussee, gestationeerd te Oosterhout
Get. verklaart overeenkomstig het mede door hem geteekende procesverbaal.
Beklaagden beweren beide dat zij op den avond, bedoeld in het procesverbaal, zeer dronken zijn geweest
en zich weinig meer weten te herinneren wat er toen gebeurd is, ook niet of zij te zamen hebben gevochten.
Hierna is de Officier van Iustitie gehoord en heeft hij vervolgens zijn requisitoir gedaan en overgelegd.
De beklaagde heeft hierop geantwoord en het laatste woord gehad.
Nadat dit alles was algeloopen, heeft de President het onderzoek gesloten verklaard, en heeft de Regtbank de uitspraak bepaald op
Maandag den 25 october 1875
(handtekeningen)
Ter openbare correctionaele teregtzitting der arrondissements- Regtbank te breda, van Maandag den 25 october 1875, is het
vonnis door den President met opene deuren, in tegenwoordigheid van de beide regters, welke over de zaak hebpen gezeten,
en van den Officier van Justitie, uitgesproken.
(handtekeningen)
|
Bron: BHIC (Zoek bij Archieven > Rechtbanken > Criminele Vonnissen )
Mureau, Simon
Voornaam: Simon
Achternaam: Mureau
Leeftijd: 25
Geboorteplaats: Wagenberg
Woonplaats: Wagenberg
Beroep: schipper
Rol: Gedaagde
Delict: mishandeling
Datum vonnis / uitspraak: 9-10-1875
Jaar: 1875
Soort rechtbank: Arrondissementsrechtbank
Plaats rechtbank: Breda
Toegangsnummer: 23
Inventarisnummer: 111
Rolnummer: 306