Simon Rovers en Gerardus Gastelaars zijn de beedigd taxateurs.

Het is een enorme lijst. De genoemde voorwerpen varieren van

• een "kalfkoe" (90,-)
• een muntige koe (eentje die melk geeft, 72,-)
• een kalf (17,-)
• een geit (5,-)
• ....
• drie kippen (1,50)
• ....
• een trog
• een bijl
• etc...
• een partij aardappelen
• allerlei meubilair, gordijnen, een broek, ....etc., etc.,

Onroerend goed, kadaster D862 (groot vier roeden, 40 ellen).
Dit heeft hij van zijn vrouw Maria Pellenaars geerfd, zo staat in haar Memorie van successie.

Verder tikels (?) en papieren :
1) een afschrift van een akte van koop en verkoop van onroerend goed op de 22 december 1846 bij notaris Romme (zie aldaar, hierboven)
2) een uittreksel uit het huwelijksregister (RM: zat er niet bij)

Cornelis is het enige kind dat in staat is en oud genoeg (24) is om te tekenen, samen met zijn oom Pieter van Dijk die tekent namens de oudste dochter Anthonia (34). Zoon Johannes (31) kan niet schrijven. De akte bestaat uit twee delen, er zijn dus twee handtekeningen:

Op verzoek van dezelfde personen als hierboven vindt de openbare verkoop plaats van de roerende goederen uit de nalatenschap van Cornelis Mureau senior (1804-1862). Sommige spullen worden door de kinderen zelf gekocht. Ze kopen bijvoorbeeld de aardappels. Willem Pellenaars koopt dan weer de kippen. Alles bij elkaar brengt het ongeveer 220 gulden op.

De opdrachtgevers zijn er kennelijk niet, er is geen handtekening.

In tegenwoordigheid van dezelfde personen als eerder vindt nu de openbare voorlopige verkoop van het vastgoed (huis, kadaster D862) plaats. dat betekent dat nu de prijzen worden vastgesteld.
Er wordt gezegd (blz 3) dat er "geen titels (?) van eigendom bestaan noch overschrijving der hypotheken heeft plaatsgevonden". Het gaat om het huis en erf, kadaster D862, "aan te vaarden op den eersten Mei". Het strijkgeld bedraagt 10 gulden en het gelaggeld eveneens 10 gulden.
Piet van Dijk heeft de prijs ingezet op 625 gulden.

Ook nu tekenen alleen Cornelis (1804-1862) en zijn zwager Pieter van Dijk.

Cornelis Mureau junior huurt een perceel bouwland waarbij hij als gevolmachtigde optreedt van Maria Fens, weduwe van Pieter van Dijk? (dat moet zijn Johannes van Dijk, ook notarissen maken fouten). Cornelis huurt het ook zelf huurt van die Maria Fens. Het perceel ligt in Zwaluwe, "neeven perceelen van Cornelis Kakken/Kukken?? en van den Reijt" (26 roeden) .

Cornelis ondertekent nu met M"O"reau:

Opvallend is dat het allemaal tussendoor lijkt plaats te vinden want op dezelfde dag koopt hij het huis van zijn vader.

In tegenwoordigheid van dezelfde personen als eerder is er nu de Definitieve Verkoop van het vastgoed van Cornelis Mureau senior.

Het perceel D862 wordt door de notaris in prijs aangepast tot 845 gulden, en voor die prijs koopt Pieter van Dijk het onroerend goed namens! zijn zwager Cornelis Mureau, van zijn overleden schoonvader.
Cornelis is nog jong, amper 25, dat is waarschijnlijk de reden dat hij het niet zelf doet.

In de bevolkingsregisters is te zien dat Pieter van Dijk met zijn vrouw Antonia Mureau in dat huis gaat wonen en de zorg van de kinderen van zijn schoonvader overneemt.
Ook nu tekent hij weer met Moreau ipv Mureau.

In tegenwoordigheid van dezelfde personen als eerder, wordt nu de definitieve inventaris opgemaakt na de verkoop van de onroerende en roerende goederen. De aanwezigen zijn weer:

• de oudste zoon Johannes,
• de schoonzoon Pieter van Dijk namens zijn vrouw Anthonia Mureau, toeziend voogd over de minderjarige kinderen
• Cornelis Mureau junior,
• zijn zwager Willem Pellenaars, als voogd over de minderjarige Antonie, Jacobus, Simon en Maria.

Johannes en Anthonia hebben ieder recht op de helft van de nalatenschap van Cornelia de Been (hun moeder), in 1835 overleden.
Alle 7 kinderen uit beide huwelijken hebben recht op "een zevende part".
Er wordt vastgesteld dat bij het overlijden van Cornelis de Been geen boedelscheiding heeft plaats gevonden (dus alle spullen worden samen beschouwd)

Er worden nog wat schulden tov de eerste inventaris ontdekt, zoals dokterskosten. Na aftrek van de schulden blijft er ruim 1200 gulden over om te verdelen. Iets minder dan 200,- gaat naar Anthonia Mureau en haar man Pieter van Dijk, zo'n 1000,- gaat naar Cornelis Mureau junior mede als voogd over de vier nog minderjarige kinderen van Cornelis Senior. Vreemd genoeg worden Johannes, Antonie, Simon en Jacobus niet genoemd.

Actief:

• De opbrengst van de verkochte goederen : 220,-
• De opbrengst van de verkocht onroerende goederen : 845,-
• De koe : 90,-
• Het kalf : 17,-
• "Eene pretentie? ten laste van Cornelis Mureau Junior : 47,- " (pretentie is vordering of aanspraak)
• bij de boedelbeschrijving een pretentie ten laste van Cornelis Esvogel : 120,-
• gereedschappen en aardappelen, opgeleverd : 52,-

Passief:

• Schuld aan Nicolaas de Ronden wegens gelverde winkelwaar en brood : 17,-
• Schuld aan Jan Daniels wegens geleverde appelen : 4,75
• Bij eerdere inventarisatie niet opgegeven (vergeten) schuld aan Doctor Van Mens? , wegens gedane visites en geleverde medicamenten : 7,40
• Aan doctor Meijer te Zuid Beijerland idem : 16,-
• Aan Elisabeth Pals voor geleverde winkelwaren : 14,-
• Aan Cornelis van Esvogel wegens aardappellandhuur : 22,80
• Aan Jan Rovers wegens geleverd hooi : 5,10

Het batig saldo is dan 1248,87

Dit wordt nu alsvolgt verdeeld :
Johannes en Antonia Mureau samen krijgen samen 178,41 (dat is precies een zevende deel)
Cornelis Mureau en zijn 4 minderjarige broers en zussen : 1070,46
Beetje vreemde verdeling, zal wel te maken hebben met het feit dat de eerste twee geen kinderen van Maria Pellenaars zijn.
Antonie was al 21 in maart 1863, maar dat telde nog als minderjarig. De grens lag toen bij 23 jaar.
Cornelis vindt nu weer dat hij "Mureau" heet.